Gedichten van Nathan Schorer

Ik wil je graag nog iets vertellen

 
7 gedichten over van alles, van autisme tot de emoe en de slang, van sprookje tot waarheid,  van de jaren negentig tot nu.
 
Teksten en muziek: Nathan Schorer 
(c) 2017
 
Inhoud: 1. Ik wil je graar nog iets vertellen - 2. Gewoon autisme - 3. De emoe - 
4. De slang - 5. Als een sneltrein - 6. Vijftig - 7. Wat doe jij nou?
 
 

1. IK WIL JE GRAAG NOG IETS VERTELLEN

 
 

Ik wil je graag nog iets vertellen  

Ik wil je iets vertellen  

Maar ik weet niet hoe  

Ik wil het zeggen  

Maar ik weet niet goed  

Hoe ik dat moet doen  

  

Ik wil je graag nog iets vertellen  

Ik wil je het vertellen  

Maar hoe moet ik dat doen  

Niemand wil naar mij luisteren  

Dus ik weet niet goed  

Hoe ik dat moet doen…   

 

2. GEWOON AUTISME

 

Ik ben niet raar  

Ik ben niet vreemd  

Ik heb alleen maar  

Gewoon autisme  

  

Communiceren  kan ik niet  

Want dat vind ik moeilijk  

Dingen maken kan ik niet  

Want dan gaat het misschien stuk  

Zenuwachtig word ik  

Als er teveel drukte is  

Wandelen op de kermis  

Is voor mij een hindernis  

  

Maar  

Ik ben niet raar…  

  

Mijn eigen hobby’s vind ik leuk  

Treinen, dromen, schrijven  

Om het minste lig ik al in een deuk  

Humor kan toch niet achterblijven?  

Ik probeer mijn best te doen  

Om interesse te tonen in de andere   

Maar meer dan dat kan ik niet doen  

Want ik ben ook gewoon maar een Hollander  

  

Maar  

Ik ben niet raar…  

  

Ik heb gewoon autisme  

Ik ben gewoon wie ik ben  

Ik kan er toch niks aan doen  

Ik ga verder met Hem…  

  

  

3. DE EMOE 

 

Bij ons op school hebben wij een emoe   

Een heel lief beest, maar soms ook gemeen  

Als wij hem willen voeren  

Dan pikt hij telkens in iemand zijn been  

AU!  

  

Dat vinden wij niet lief  

Maar telkens als we dan willen weglopen  

Komt hij naar ons toe en kijkt ons aan  

Met hele huilerige traanogen   

Snik!  

  

Op een dag nemen wij een kijkje bij de emoe  

Maar op zijn veld is er niemand te zien en zijn hok is leeg  

Zou hij weggelopen zijn? Maar waarnaartoe?  

Straks is hij nog verdwaald, het arme beest  

  

Weken en weken verstrijken  

Nog geen nieuws van onze emoe  

Geen nieuws is goed nieuws, zeggen ze  

Maar hij komt waarschijnlijk nooit meer terug  

 

 

4. DE SLANG

 

In de groene velden en de bossen van de stad Torhout  

Leeft een smerige, miezerige lange slang  

Hij woont in een holletje in het woud  

Alle dieren bibberen en beven van de angst  

  

De slang glijdt door het land  

Hoor, zijn gezang, dat betekent dat hij eraan komt  

Alle dieren buigen voor hem, behalve het lam  

‘Wat een eigenwijs beest’, denkt de slang  

  

Ik ga hem proberen te verleiden  

Lam, kom eens hier, je krijgt van mij het hele land  

Met Torhout en Brugge erbij  

Als jij voor mij buigt, ach toe, lieve lam  

  

‘Nee’, zegt het lam, ‘je kunt de pot op’  

‘ga weg van mij, verdwijn,  rotkop  

Met deze woorden vertrekt de verbaasde slang  

‘Hoe kan dat nou, hij is helemaal niet bang  

Maar wacht maar, ik zal hem wel krijgen  

Alle dieren zal ik in mijn macht krijgen  

Zodat ze mij volgen en niet die… die…  

Ze zullen…. ik ben een genie  

 

 

5. ALS EEN SNELTREIN

(1992-2017)
 

Al vijfentwintig jaar wandel ik rond op deze aarde  

De tijd dat ik in groep 1 zat is al ver achter de rug  

Al zeker negentien jaar, dat komt nooit meer terug  

En de zonsopgang wat toen een wonder was  

  

De jaren negentig opende mijn ogen  

Ik groeide op en alles leek een eeuwigheid  

Toen kwam tweeduizend en alles duurde nog steeds een eeuwigheid  

Tot het moment dat ik van de basis- naar de middelbare school ging  

  

De tijd nam eerst een aanloopje en daarna een sprintje  

En voor ik het wist zat ik in het examenjaar  

En na zeven maanden stond tweeduizendtien daar  

Een nieuw decennium, nog een hele toekomst voor me  

  

Mensen gingen weg, nieuwe mensen kwamen erbij  

In mijn persoonlijk leventje, dat hoort er nou eenmaal bij  

En toen opeens een rijbewijs en een eigen auto, ik blij  

Want dan ging alles als een sneltrein  

  

Van mijn jeugddorp naar een ander dorp en later naar de stad  

Van het ene land naar het andere land op avontuur  

Van het ene feest naar het andere feest tot het avonduur   

Dat was de jaren tien, en dat is nog niet eens afgelopen  

  

Nog niet, zeg ik, we zijn nu tweeduizendzeventien  

De jaren twintig is niet ver, ook al duurt het nog lang  

Dus doe nu maar gewoon je ding en geniet en wees niet bang  

Want alles gaat toch als een sneltrein  

Voorbij…  

  

 

6. VIJFTIG

 

Ik rij op de baan, honderddertig kilometer per uur  

Hoe sneller ik ga, hoe korter de tijdsduur  

De autorit zal zijn  

Dan opeens verschijnt er op de matrixborden  

Zijn ze nou helemaal gek geworden?  

Dat vind ik niet fijn  

Het getal zeventig, het begin van een urenlange  

Ellendige uitzichtloze verre gevangen  

Autopolonaise  

Het getal vijftig, het is begonnen, we staan stil  

En ik heb al zo’n trek, ik heb zoveel zin  

In friet met mayonaise  

 

 

7. WAT DOE JIJ NOU?

 

Hé, wat doe jij nou?  

Stop eens met die stoute dingen te doen  

Want dat is helemaal niet lief hoor  

Waarom doe je dat nou, hou je fatsoen  

Alsjeblieft  

  

Nee, doe nou niet zo ondeugend  

Blijf overal van af en zit stil  

In de hoek en kom er niet meer uit  

Want anders krijg je klets op je bil  

Stoute jongen  

  

Hé jij, kom eens hier  

Kom naar me toe en zeg sorry  

Een flinke knuffel en het is vergeven  

Wees braaf en dan krijg je een lolly  

Eet smakelijk  

 

 

 

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode