De sneeuw dwarrelt op de straten
De kaarsen branden achter de ramen
Chanoekadromen, die geuren naar herinnering
Als een lied dat in de verte klinkt
Soefganiots en andere lekkernijen in de keuken
Die worden bereid voor de gasten straks
Chanoekadromen als in een herinnering
Al de geuren van toen
Vrienden en familie stromen binnen
Met honderd liedjes en hapjes
Chanoekadromen maar dan in het echt
Na een lange reis te hebben afgelegd
Zachtjes gitaargetokkel en gezang
Nabij de warme haard
Chanoekadromen, daar word je toch warm van
Wat een tijd
Overdag sneeuwwandelingen
En ‘s nachts een heldere sterrenhemel zien
Chanoekadromen, zag je net die engel gaan?
Die verscheen rond deze tijd aan Maria
Dikke truien en warme jassen
Een muts en een sjaal
Chanoekadromen ook al is het berekoud
Het is een herinnering
Onder de sterrennacht wandelt een vrouw door de stad
Langs verlichte en duistere ramen waar de mensen slapen
In de winterkou in haar dikke warme jas is zij op pad
Ze moet nodig haar hoofd leegmaken want die zit vol gedachten
Dus is ze op dit uur te zien in de donkere straten
Maar het valt niet mee om ze te lossen, dat is al sinds enkele nachten
Onder de sterrennacht zit een man op een bankje in het park
Bij een vijver waar de eenden en de ganzen slapen
In de winterkou zit ie op een arme bank in zijn nette pak
Hij zit daar na de zoveelste tegenslag, dat moet ie echt even verwerken
Dus zit hij daar in deze nacht te dromen op zijn bank in het park
Maar het valt niet mee, toch gelooft hij dat de nacht hem zal versterken
Onder de sterrennacht ligt een kindje in een mandje bij een deur
Zonet achtergelaten door een van zijn ouders
In de winterkou, de ouder dacht misschien: die ben ik kwijt die zeur
Het kindje kan niet slapen dus ligt hij maar te huilen, zo luid
De bewoner van het huis wordt wakker en komt naar beneden
En wat hij doet is te verwachten; hij slikt en zet het geluid uit
Reizen door de sneeuw naar huis
Uren reizen naar familie
Onderweg nog even een bakkie doen
En dan gaan. Kom je mee Jeroen?
Ik kan niet wachten tot we er zijn
Onze familie wederzien en feest vieren
Lekker eten en honderd bieren nuttigen
Ik heb er zin in, ik krijg nu al fun
Laten we maar weer verder rijden
Straks is het al vijf uur, dan is het bijna donker
Ik had graag voor het sterrengeflonker er willen zijn
Maar toch, wat is het mooi die maneschijn
We zijn er eindelijk, we kunnen uitladen
Heen en weer naar de auto gaan onder de sterrendans
Als de hond ons niet de weg versperren kan is het zo gepiept
Net op tijd voor het brood en wijn van de ene die ons schiep
Terwijl wij hier ons feestje vieren
Terwijl wij hier ons laten plezieren
Door gelach van de moppen en de wijn
Is er toch iets van schijn
Terwijl wij eten van het vlees
Terwijl wij God geprezen hebben
Door zang en gebed en lof
Zijn de harten toch grof
Want terwijl wij hier ons feestje vieren met zijn allen
Eén verkeerd woord en het plezier is vergallen
Terwijl wij rond de tafel een gezelschapsspel spelen
Onder het genot van drank en chips die we delen
Terwijl de kaarsen vrolijk staan te branden
Zijn wij echt ontspannen?
Terwijl wij dansen en zingen om Zijn goedheid groot te maken
Is de boze toch echt stilaan aan het ontwaken
Terwijl die zich ergert aan die ene
Verandert zijn hart in een gemeen ding
Want terwijl we plezier hebben tijdens ons feestje voor God
Is de vrede jammer maar helaas toch echt kapot
De regen valt om het huis
Binnen het feestgedruis
Terwijl buiten de bloemen drinken
Hoor je hier de glazen klinken
Zingen en lachen tot na negen
Zo valt hier de chanoekaregen
Buiten regent het nog steeds
Binnen vol hapjes van vlees
En zoetigheden in combinatie met alcohol
Wat is dat toch lekker, vooral zo’n oliebol
Ik voel me hier wel gezegend
Dat is hier de chanoekaregen