Gedichten van Nathan Schorer

Rare tijden

 
Vandaag de dag leven we in Rare Tijden. Daarom is deze serie in het leven geroepen. Voor schijnheilige christenen en messiaans gelovigen, verkrachters, slachtoffers van seksueel misbruik, smartphone-verslaafden, gebroken familiebanden, ...
 
Tekst en muziek: Nathan Schorer
(c) 2022
 
Inhoud: 1. Ik maak alleen maar liedjes - 2. Sabbat shalom? - 3. Een traan - 4. Dertig - 5. Rare tijden - 6. Jarenlang geleden (mijn 4 kindjes) - 7. Een meisje in Kanaän - 
8. De smartphone - 9. Als je... - 10. Verloren jongen - 11. Dichtbij U.
 
 
 

1. IK MAAK ALLEEN MAAR LIEDJES

 

Ze vragen weleens aan me: wat doe je?  

Ze denken weleens: wat een gekke man 

Sommigen vragen zich af: waarom praat je met mij? 

Ik stel me dan netjes voor: ik ben Nathan 

Ik maak alleen maar liedjes... 

 

In het begin nog even afwachtend, wantrouwend misschien 

Bang dat ik ze iets zou aan doe 

Ik kan dan alleen maar zeggen wie ik ben 

Waar ik voor leef en wat ik doe:  

Ik maak alleen maar liedjes...  

 

Al zijn er elders oorlogen aan de gang 

Of doet de buurman iets heel vervelends 

Ik kan daar niet veel aan doen  

Enkel bidden voor de wereldvrede? 

Ik maak alleen maar liedjes... 

 

 

2. SABBAT SHALOM?

 

Ga je keurig op zaterdag naar de samenkomst 

Iedereen vriendelijk gedag zeggen en God eren 

Wat knap van je dat je zo goed kan acteren 

Denk je misschien: de gelovigen zijn het domst?  

 

Zing je netjes mee met de liederen en het koor 

Liedjes over het kruis en God gehoorzamen 

Na elk gebed zeg je wel netjes ‘amen’ 

Maar ben jij nog wel op het goede spoor? 

 

Zit je braafjes te luisteren naar de preek van de voorganger 

Een poging wagen om je geweten te sussen 

Denk je ‘wat ik ben goed’ maar ondertussen 

Ben je rot vanbinnen en listig als de slangen 

 

Elk Feest op de kalender bijwonen kun je als de beste 

Je wilt immers je goede naam als gelovige niet kwijtraken 

En feest je maar vrolijk mee om je eigen te vermaken 

Ach, stop toch met je dubbelleven en jezelf te pesten 

 

Misschien is het toch maar eens een keer tijd voor verandering 

De slechte dingen in je leven weggooien zo ver mogelijk 

Want leven naar Zijn Wil geeft je zo veel meer geluk 

Wil je echt niet op je knietjes gaan voor een goede bekering? 

 

 

3. EEN TRAAN

 

Want als het leven een andere wending neemt 

Ben je van je familie of vrienden ontvreemd 

Zijn er dingen gebeurd die niet mogen gebeuren 

Is het normaal dat je daarom loopt te treuren 

Door de tranen voel je de troost van de Geest 

Neem Hem aan en wees klaar voor het Feest 

 

Want een traan is een levend gebed 

Zet je hart toch niet op ‘bezet’ 

Ondanks de dingen die rondom gebeuren 

Kijk naar die boog met de zeven kleuren 

Want Hij heeft gezegd: er is hoop 

Kijk maar naar de regenboog... 

 

 

 

4. DERTIG

 

De twintiger jaren zijn ook alweer voorbij 

Het was een tijd van lolletjes en gein 

De vrienden die je had toen je net twintig was 

Een overblijfsel uit de tijd van de examenklas 

 

De liefde, ook een belangrijke rol in je leven 

Is het aan of uit, zijn de misstappen vergeven 

Of is er niemand met jou en ben je eeuwig vrijgezel 

Het kan dat je liever geen deel uitmaakt van 't liefdespel 

 

Op het werk is alles in orde en ben je tevreden 

Als schoonmaker, op kantoor of ben je aan 't kneden 

Of zit je werkloos thuis en ontvang je een uitkering 

Toch maak je er het beste van en heb je waardering  

 

Met je gezondheid is ook alles tiptop perfect 

Je wandelt en je sport maar als een gek  

Of ligt je maag overhoop en val je telkens flauw 

Rook je effe een peukie want wat moet je anders nou?  

 

Die zorgeloze vakanties waar je elk jaar plezier mee had 

Al die avonturen in de bergen tot dronken in de stad  

Of elke keer naar de hoeren voor je wekelijkse noden 

Was dat het leven op een presenteerblaadje aangeboden 

 

De twintiger jaren zijn nou toch echt voorbij 

Tijd om anders te leven zoals Hij wil  

En afscheid van het leven dat je had verspild  

Kom tot Hem en wees dan eindelijk vrij 

 

 

5. RARE TIJDEN

 

De liefde en de haat hand in hand 

Oorlog of vrede, wat interessant 

Ze trouwen en ze scheiden 

Een geluk voor beiden? 

 

Een wereld vol egoïsten 

Is dat nou een christen? 

Laat je niet misleiden 

We leven in rare tijden 

 

Klimaatveranderingen 

Een prik tot dwingen 

Dat zet aan tot strijden 

Zich niet meer verblijden 

 

Een wereld vol listen 

Als deeg aan het gisten 

Je kunt wel gaan rijden 

Het zijn toch rare tijden 

 

De weeën en verdrukking 

Vrees niet, lieveling 

Laat je leiden 

In deze tijden 

 

 

6. JARENLANG GELEDEN

(mijn vier kindjes)
 

Jarenlang geleden zag ik jullie op een vrijdagavond 

De pizza's en de kaarsen stonden klaar voor de sabbat 

De onschuld en het plezier fonkelden in jullie kleine ogen 

Spijt van dat ik toen ben meegekomen heb ik nooit gehad 

 

Jarenlang geleden zag ik jullie rondrennen en voetballen in de tuin 

Op een warme julidag onder de zonnestralen op sabbat 

Ik mocht jullie alle vier vervoeren in de kruiwagen 

Nee, dat werd ik echt nooit niet zat  

 

Jarenlang geleden heb ik jullie voorgelezen uit stripboeken 

En keken we spannende tekenfilms op de laptop 

Sprongen we op de trampoline en gingen naar het bos 

Rondjes skeeleren in de zaal, wat een mop 

 

Jarenlang geleden heb ik jullie meegenomen naar Nederland 

Luisterden we Elly & Rikkert en Duitse liedjes op de cd 

In Gees hebben we toch ook heel wat gekke toffe dingen meegemaakt 

Loofhuttenfeest en het Pesach en het bruiloftsfeest  

 

Jarenlang geleden waren jullie maar kleine ukkepukjes 

En nu groeien jullie mij voorbij 

Jullie worden nooit meer klein 

 

Jarenlang geleden heb ik jullie in mijn hart gesloten 

Waar jullie nooit meer uitkomen 

Al is de band onderling gebroken 

 

 

 

7. EEN MEISJE IN KANAÄN

(Genesis 34)
 

Een meisje in het land van Kanaän 

Een jongen zag en raakte haar aan 

Vernederde, verkrachtte haar 

De jongen werd verliefd  

Hij zei: ‘Ik vind je zo lief’  

De woorden van die barbaar 

 

De daad kwam haar broeders ter ore 

‘Hebben we onze zuster verloren?’ 

En hunner kaken werden rood 

Het zwaard glinsterde in gevecht 

En het bloed kwam overal terecht  

Want ook die jongen kreeg de dood 

 

 

 

8. DE SMARTPHONE

 

De smartphone heeft ons in zijn macht 

Als we wakker worden checken we even de berichten 

We scrollen naar beneden op de nieuwspagina 

Onze hersenen zijn dat ons aan het verplichten  

 

De smartphone kunnen we moeilijk laten liggen 

Tijdens het eten, het wc-bezoek, het rijden 

Hoeveel gezichten in de stad staren er niet naar beneden  

Hee, een appje, dat zal mijn hartje verblijden 

 

Nieuwsgierig als we zijn kijken we meteen op onze smartphone 

Het bekende geluidje, het apparaat binnen handbereik 

Even zien wie wat verstuurd heeft. Och, het is wat amusant gezeik  

 

Een uurtje voor het slapengaan nog even op de smartphone 

Even appen, ‘n kwartiertje gamen of kijken op YouTube 

Videobellen met de groep 

 

's Nachts spookt de smartphone in ons hoofd 

De gedachten gaan erop los, we dromen van de berichten,  

We worden wakker en we turen op ons verplichte apparaat 

 

 

9. ALS JE...

 

Als je huilen moet, huil 

Als je schuilen wil, schuil dan 

In Zijn eeuwige armen 

Als je geschrokken bent, vrees niet 

Als ze je lokken, vlucht 

Naar Zijn eeuwige armen 

 

Al lijkt het alsof Hij er niet was 

Toen zij jouw ziel betastten  

Toen zij jouw hart raakten  

Toen jij zachtjes een gil slaakte... 

 

Maar als je huilen moet, huil 

Als je schuilen moet, schuil 

In Zijn eeuwige armen 

Al laat je 's nachts een traan  

Om wat je hebt doorstaan 

Kom in Zijn eeuwige armen 

 

Als je weer lachen kunt, lach 

Als ze je uitlachen, zeg ho! 

En laat zien dat jij voor Hem bent 

Als je leven kunt, leef 

Als je vergeven kunt, vergeef 

Maar alleen als jij er klaar voor bent 

 

 

10. VERLOREN JONGEN

 

Het duister neemt meer en meer plaats in zijn hart 

De kleuren om hem heen worden donker zwart  

De invloeden van het internet, de leuke wereld 

Overdag een aardige jongen, 's nachts een weerwolf 

Het duister wint meer terrein van het licht 

Met zijn capuchon over zijn witte gezicht 

Gedreven door de zonde en de lust  

Tot de dag met wie hij heeft gekust  

 

Als kleine jongen nog ravottend in het grote bos  

In bomen klimmen en wroeten in het mos  

Waar is die kleine jongen toch naartoe? 

Met de familie eropuit naar de grote zee 

In oktober op reis naar het Loofhuttenfeest 

Wat was hij toch een kleine sproet  

 

Maar het duister heeft meer macht over hem gekregen 

Alsof het alle dagen in zijn hart zwaar regent  

Zonder een glimpje van het licht  

Verloren in het zicht  

Laat het duister toch niet je hart overwinnen 

Keer hem de rug toe en laat het licht binnen 

Zet je leven in retour 

Wees klaar voor Jom Kipoer  

 

 

 

11. DICHTBIJ U

 

Heer, ik heb een zondig hart 

Maar laat mij dichtbij U komen 

Heer, mijn daden zijn onrein 

Ik heb mijn boze dromen 

Maar laat me bij U komen 

 

Vader, ik heb spijt 

Van al die kwade dingen 

Ik wil graag in 't licht wandelen 

Van Uw goedheid zingen 

Heer, genees mij van die dingen 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode