Ze vragen weleens aan me: wat doe je?
Ze denken weleens: wat een gekke man
Sommigen vragen zich af: waarom praat je met mij?
Ik stel me dan netjes voor: ik ben Nathan
Ik maak alleen maar liedjes...
In het begin nog even afwachtend, wantrouwend misschien
Bang dat ik ze iets zou aan doe
Ik kan dan alleen maar zeggen wie ik ben
Waar ik voor leef en wat ik doe:
Ik maak alleen maar liedjes...
Al zijn er elders oorlogen aan de gang
Of doet de buurman iets heel vervelends
Ik kan daar niet veel aan doen
Enkel bidden voor de wereldvrede?
Ik maak alleen maar liedjes...
Ga je keurig op zaterdag naar de samenkomst
Iedereen vriendelijk gedag zeggen en God eren
Wat knap van je dat je zo goed kan acteren
Denk je misschien: de gelovigen zijn het domst?
Zing je netjes mee met de liederen en het koor
Liedjes over het kruis en God gehoorzamen
Na elk gebed zeg je wel netjes ‘amen’
Maar ben jij nog wel op het goede spoor?
Zit je braafjes te luisteren naar de preek van de voorganger
Een poging wagen om je geweten te sussen
Denk je ‘wat ik ben goed’ maar ondertussen
Ben je rot vanbinnen en listig als de slangen
Elk Feest op de kalender bijwonen kun je als de beste
Je wilt immers je goede naam als gelovige niet kwijtraken
En feest je maar vrolijk mee om je eigen te vermaken
Ach, stop toch met je dubbelleven en jezelf te pesten
Misschien is het toch maar eens een keer tijd voor verandering
De slechte dingen in je leven weggooien zo ver mogelijk
Want leven naar Zijn Wil geeft je zo veel meer geluk
Wil je echt niet op je knietjes gaan voor een goede bekering?
Want als het leven een andere wending neemt
Ben je van je familie of vrienden ontvreemd
Zijn er dingen gebeurd die niet mogen gebeuren
Is het normaal dat je daarom loopt te treuren
Door de tranen voel je de troost van de Geest
Neem Hem aan en wees klaar voor het Feest
Want een traan is een levend gebed
Zet je hart toch niet op ‘bezet’
Ondanks de dingen die rondom gebeuren
Kijk naar die boog met de zeven kleuren
Want Hij heeft gezegd: er is hoop
Kijk maar naar de regenboog...
De twintiger jaren zijn ook alweer voorbij
Het was een tijd van lolletjes en gein
De vrienden die je had toen je net twintig was
Een overblijfsel uit de tijd van de examenklas
De liefde, ook een belangrijke rol in je leven
Is het aan of uit, zijn de misstappen vergeven
Of is er niemand met jou en ben je eeuwig vrijgezel
Het kan dat je liever geen deel uitmaakt van 't liefdespel
Op het werk is alles in orde en ben je tevreden
Als schoonmaker, op kantoor of ben je aan 't kneden
Of zit je werkloos thuis en ontvang je een uitkering
Toch maak je er het beste van en heb je waardering
Met je gezondheid is ook alles tiptop perfect
Je wandelt en je sport maar als een gek
Of ligt je maag overhoop en val je telkens flauw
Rook je effe een peukie want wat moet je anders nou?
Die zorgeloze vakanties waar je elk jaar plezier mee had
Al die avonturen in de bergen tot dronken in de stad
Of elke keer naar de hoeren voor je wekelijkse noden
Was dat het leven op een presenteerblaadje aangeboden
De twintiger jaren zijn nou toch echt voorbij
Tijd om anders te leven zoals Hij wil
En afscheid van het leven dat je had verspild
Kom tot Hem en wees dan eindelijk vrij
De liefde en de haat hand in hand
Oorlog of vrede, wat interessant
Ze trouwen en ze scheiden
Een geluk voor beiden?
Een wereld vol egoïsten
Is dat nou een christen?
Laat je niet misleiden
We leven in rare tijden
Klimaatveranderingen
Een prik tot dwingen
Dat zet aan tot strijden
Zich niet meer verblijden
Een wereld vol listen
Als deeg aan het gisten
Je kunt wel gaan rijden
Het zijn toch rare tijden
De weeën en verdrukking
Vrees niet, lieveling
Laat je leiden
In deze tijden
Jarenlang geleden zag ik jullie op een vrijdagavond
De pizza's en de kaarsen stonden klaar voor de sabbat
De onschuld en het plezier fonkelden in jullie kleine ogen
Spijt van dat ik toen ben meegekomen heb ik nooit gehad
Jarenlang geleden zag ik jullie rondrennen en voetballen in de tuin
Op een warme julidag onder de zonnestralen op sabbat
Ik mocht jullie alle vier vervoeren in de kruiwagen
Nee, dat werd ik echt nooit niet zat
Jarenlang geleden heb ik jullie voorgelezen uit stripboeken
En keken we spannende tekenfilms op de laptop
Sprongen we op de trampoline en gingen naar het bos
Rondjes skeeleren in de zaal, wat een mop
Jarenlang geleden heb ik jullie meegenomen naar Nederland
Luisterden we Elly & Rikkert en Duitse liedjes op de cd
In Gees hebben we toch ook heel wat gekke toffe dingen meegemaakt
Loofhuttenfeest en het Pesach en het bruiloftsfeest
Jarenlang geleden waren jullie maar kleine ukkepukjes
En nu groeien jullie mij voorbij
Jullie worden nooit meer klein
Jarenlang geleden heb ik jullie in mijn hart gesloten
Waar jullie nooit meer uitkomen
Al is de band onderling gebroken
Een meisje in het land van Kanaän
Een jongen zag en raakte haar aan
Vernederde, verkrachtte haar
De jongen werd verliefd
Hij zei: ‘Ik vind je zo lief’
De woorden van die barbaar
De daad kwam haar broeders ter ore
‘Hebben we onze zuster verloren?’
En hunner kaken werden rood
Het zwaard glinsterde in gevecht
En het bloed kwam overal terecht
Want ook die jongen kreeg de dood
De smartphone heeft ons in zijn macht
Als we wakker worden checken we even de berichten
We scrollen naar beneden op de nieuwspagina
Onze hersenen zijn dat ons aan het verplichten
De smartphone kunnen we moeilijk laten liggen
Tijdens het eten, het wc-bezoek, het rijden
Hoeveel gezichten in de stad staren er niet naar beneden
Hee, een appje, dat zal mijn hartje verblijden
Nieuwsgierig als we zijn kijken we meteen op onze smartphone
Het bekende geluidje, het apparaat binnen handbereik
Even zien wie wat verstuurd heeft. Och, het is wat amusant gezeik
Een uurtje voor het slapengaan nog even op de smartphone
Even appen, ‘n kwartiertje gamen of kijken op YouTube
Videobellen met de groep
's Nachts spookt de smartphone in ons hoofd
De gedachten gaan erop los, we dromen van de berichten,
We worden wakker en we turen op ons verplichte apparaat
Als je huilen moet, huil
Als je schuilen wil, schuil dan
In Zijn eeuwige armen
Als je geschrokken bent, vrees niet
Als ze je lokken, vlucht
Naar Zijn eeuwige armen
Al lijkt het alsof Hij er niet was
Toen zij jouw ziel betastten
Toen zij jouw hart raakten
Toen jij zachtjes een gil slaakte...
Maar als je huilen moet, huil
Als je schuilen moet, schuil
In Zijn eeuwige armen
Al laat je 's nachts een traan
Om wat je hebt doorstaan
Kom in Zijn eeuwige armen
Als je weer lachen kunt, lach
Als ze je uitlachen, zeg ho!
En laat zien dat jij voor Hem bent
Als je leven kunt, leef
Als je vergeven kunt, vergeef
Maar alleen als jij er klaar voor bent
Het duister neemt meer en meer plaats in zijn hart
De kleuren om hem heen worden donker zwart
De invloeden van het internet, de leuke wereld
Overdag een aardige jongen, 's nachts een weerwolf
Het duister wint meer terrein van het licht
Met zijn capuchon over zijn witte gezicht
Gedreven door de zonde en de lust
Tot de dag met wie hij heeft gekust
Als kleine jongen nog ravottend in het grote bos
In bomen klimmen en wroeten in het mos
Waar is die kleine jongen toch naartoe?
Met de familie eropuit naar de grote zee
In oktober op reis naar het Loofhuttenfeest
Wat was hij toch een kleine sproet
Maar het duister heeft meer macht over hem gekregen
Alsof het alle dagen in zijn hart zwaar regent
Zonder een glimpje van het licht
Verloren in het zicht
Laat het duister toch niet je hart overwinnen
Keer hem de rug toe en laat het licht binnen
Zet je leven in retour
Wees klaar voor Jom Kipoer
Heer, ik heb een zondig hart
Maar laat mij dichtbij U komen
Heer, mijn daden zijn onrein
Ik heb mijn boze dromen
Maar laat me bij U komen
Vader, ik heb spijt
Van al die kwade dingen
Ik wil graag in 't licht wandelen
Van Uw goedheid zingen
Heer, genees mij van die dingen