De pendelaar komt aan op het station
Hij kijkt op zijn smartphone; nét op tijd voor de trein
Zegt de omroeper: ‘uw trein heeft vijftig minuten vertraging’
‘Bah! Nee he, kom ik wéér te laat op mijn werk. Fijn’
Het leven van een pendelaar gaat niet over rozen.
Lief dagboek, wat ik vandaag nou toch weer heb meegemaakt
Ik zal het je vertellen want ik moet het echt even kwijt
Ik heb gegeten en naar mijn werk gegaan en m’n sleutel kwijtgeraakt
Wat een nare ervaring, waarom overkomt mij dit nou altijd
O, wat een pech
Lief dagboek, weet je wat ik vandaag gedaan heb
Ik ben naar de kermis geweest en in de achtbaan geweest
Daarna oliebollen en beignets naar binnen gesnackt
Want zo'n kermis is toch altijd een dol reuzefeest
Wat een pret
Lief dagboek, ik ben op vakantie naar het zuiden geweest
Het was prachtig, dicht bij de bergen en dicht aan het strand
Lekker eten en 's avonds dansen als een beest
Tot diep in de nacht als de sterren dansen, het was plezant
Lief dagboek, ik ga dan maar eens slapen
Welterusten, slaapzacht mijn beste fakeboek .
Welkom in het land van 't noorden
Een lied van simpele akkoorden
Zing ik nu voor u
Want hier valt altijd wel iets te beleven
Al ben je hier maar even
Of continu...
Hier in het hoge noorden
Hoe moet ik het verwoorden
Is het altijd pret
Je leert hier over heel veel dingen
Je kan er uren over zingen
Bij het hunebed?
Sabeltandtijgers en mammoeten
Kun je hier zomaar ontmoeten
Als je ze tegenkomt
Verhalen over vroeger tijden
Soms reden tot schreien
Dat je er over droomt
Het is altijd een end rijden
Toch kan me dat verblijden
Over 't noorden
Onderweg een pauze houden
En op een broodje kauwen
Dus even niet storen
En zelfs als het regent
Lig ik warm onder een deken
In de nacht
Dromend over de morgen
Droog of nat, geen zorgen
Goedenacht.
Hee, man zonder geweten
Op jacht naar jongetjes en meisjes op het internet
Besmet door die ziekte van vieze praatjes op de chat
Met je versleten hart
Ach, monster zonder hart
Moet je echt het leven van een kind gaan verzieken
Met je smerige trucjes en tactieken
Met je verhard hart
Hee, man zonder geweten
Moet je echt dat jochie belasten met oneerbare voorstellen
Moest je echt dat meisje betasten virtueel gaan kwellen
Met je kapot gevreten hersenpan
Ach, demon zonder hersens
Met je gedachten en handelingen onrein
Vind je echt dat soort dingen fijn
Met je leven zonder grenzen
Hee, vrouw zonder geweten...
Ja, ook vrouwen zijn in staat om slechte dingen te doen
Waar kinderen niet veilig zijn bij zo'n duivel zonder fatsoen
Met d'r hart zonder vrede...
Ach, de wereld zit vol
Zieke geesten, mormels, pedofiele seksuelen
Gevaarlijke, gekke criminelen
De wereld zit vol...
's Morgens als je opstaat de radio aan
Of de televisie
Het nieuws beluisteren en een stukje muziek
Hee, wat een leuke melodie
Wat ik hoor tijdens het eten van een boterham
De kinderen zijn ook al wakker
Energierijk en levendig in de woonkamer
Klaar voor een nieuwe dag
‘Doe je best op school en de meester gehoorzamen’
Op het werk staat de radio aan
Met de hits
En ondertussen het gewauwel van collega's
‘Hee, hoe gaat het met Ingrid?’
Tijdens de koffieklets in de pauze
's Middags als opdracht even het gras maaien
De vloer vegen, potten bakken
En voor je naar huis gaat
Nog even een wasje draaien
's Avonds bij de thuiskomst de televisie aan
Voor het entertainment
Ondertussen koken, eten, de afwas doen
De innerlijke mens is ook weer verwend
En een programma over humor en spel
De kinderen ook weer aandacht geven
‘Hoe was het vandaag op school?’
Een spel spelen, verhaaltje voorlezen
‘Ach mama, we kregen les over de zuidpool’
Als het laatste programma is geweest
En de laatste muzieknoot afgespeeld
Is het tijd om naar dromenland te gaan
Het laatste restje geluid verandert in stilte
Alhoewel, hoor ik nou gesnurk?
Het is toch makkelijk als alles voor ons gedaan wordt
Een maaltijd in de magnetron, even wachten, dan lekker eten
Nooit meer urenlang in de keuken aardappels te staan schillen
Nooit meer in een schortje boven de pannen staan moeten zweten
Het is toch makkelijk als je na het eten de spullen in een machine zet
Even op een knopje drukken en hij doet al het werk voor je
Kun je in de tussentijd even uitbuiken op de bank voor de buis
Het is toch makkelijk als een computer je de weg wijst
Dwars door het doolhof der wegen van A naar B
Hoef je nooit meer aardrijkskunde te leren
Nooit meer weten waar noord en zuid is en de zee
Het is toch makkelijk als je even je geheugen uit kan zetten
En de apparaten al het werk doen en jij niks hoeft te doen
Hoe slimmer het apparaat hoe dommer de mens
Dus wat als alles uitvalt?
Kijk mij nou, ik rij door het rood
Wat stom van me, ik schaam me dood
Alhoewel nee, toch niet want ik heb schijt
Want de wet geldt toch niet voor mij
Ach nee, wat doe ik nou toch weer
Rij ik bijna die meneer omver
Bij het zebrapad, hij kijkt niet blij
Ach wat, de wet geldt toch niet voor mij
Kom ik eindelijk aan op het werk
Weliswaar een half uur te laat, wat een vlerk
Ben ik toch, krijg ik straks ook nog een preek
Over dat ik elke keer te laat kom en nog zo'n streek
Kon ik m'n biezen pakken zei hij
Gelukkig heb ik stiekem een goed excuus:
Weet je wat, stomme truus
Jullie wet geldt toch niet voor mij
Vroeger was ik ook zo'n halvegare
Pikte ik snoep en haalde ik nare
Streken uit hier en daar en kreeg
Ik nooit mijn bordje leeg
Tot grote ergernis van mijn ouders
Ach ja, ik haalde altijd mijn schouders op
Ik doe lekker wat ik wil en ik zei:
‘Jullie wet geldt toch niet voor mij’.
Het graan uit de grond
Het brood en het bier van morgen
Waarom maak ik me zorgen
Voor de frieten van vanavond
Van de aardappels uit de grond?
Het fruit van de bomen
De sappen en de vitamines voor strakjes
De aardappels met de groenten lekker prakken
Zojuist geoogst vanonder de wildebomen
Met de tractor, een jongensdroom
De vla in 't kommetje
Van de koeien in de wei
Heerlijk in elk jaargetij
Op 't bankje in de zomer
De paarden zijn net aangekomen
Tijd voor een ritje door de laan
Zie hem draven, kijk hem gaan
Om dan weer terug te komen
Ik kan er wel van dromen
Als de zon zich met de maan verruild.
De zevende dag op de eerste dag van de week
Op de dag van de kerk van het woord en de preek
Nog één dag vrij van het werk en de sleur
Een dag vrij van het gezeur
Een wandeling in het bos en op de heide
Of thuis met een boek kan ik me verblijden
Een middag op het strand in de drukte als het heet is
Een rondje schaatsen op de plas als het weer veranderd is
Geniet nog maar lekker van de rust en de vrijheid
Een dag niks moeten en alles mogen, wat een blijheid
Een dag van lekker eten van het varken aan 't spit
Niet morsen hoor op je klederen zo wit
Want morgen begint de werkweek weer
Mag je gezellig polonaise rijden in het verkeer
Maar ondanks het drukke gedoe in de stad
Kijken we uit naar de rust van de omgekeerde sabbat.
Er is een stilte...
Er is niets...
Alleen het tikken van de klok
Het tikken van de wijzers van de tijd
Die loopt vooruit
En het snikken van de wrok...
Er is een stilte...
Er is niets...
Alleen het tjirpen van het vogeltje
Het getok van de kip
En de stilte...
Dat ontgoochelt je...
Er is een stilte...
Er is niets...
Enkel het ruisen van de wind
Het geritsel van de bladeren
En een nachtegaal
Die zingt...
Er is een stilte...
Er is niets...
Een leegte in de woestijn
En toch een aanwezigheid
Duizenden zandkorrels
En een hij...